Hylke Pieters Wiersma, geboren in 1774 te Abbega en zijn broer Rienk
de plek waar Hylke pieters werd geboren en opgroeide
Pieter en Baukje, de ouders van Hylke en Rienk Pieters (Wiersma)
Rienk werd in 1758 en Hylke in 1774 geboren als twee van de zes kinderen van Pieter Rienks en Baukje Uiltjes. Pieter Rienks en Baukje Uiltjes groeiden op een steenworp afstand van elkaar op, hun ouders hadden een boerenbedrijf niet zo ver van elkaar in de omgeving van Abbega (zie hier). Baukje's ouders overleden in 1760 en Baukje erfde toen de boerderij en landerijen (8 ha). Pieter erfde later de boerderij en landerijen (25 ha) van zijn ouders. De in totaal 33 ha land en de twee boerderijen gingen naar hun oudste zoon Rienk, die nooit trouwde. Zoon Hylke woonde in het begin van zijn huwelijk bij zijn broer Rienk in hun vaders geboortehuis, later gaat Hijlke daar weg en verhuisde naar het geboortehuis van zijn moeder wat ten noordoosten van zijn ouderlijk huis.
Registratie van de naam Wiersma door Hylke Pieters (Wiersma) op 26 december 1811. Hylke en Antje hadden toen één dochter die ook de naam Wiersma kreeg. Hun kinderen van latere datum kregen automatisch de naam Wiersma.
Hylke Pieters werd in Abbega geboren als jongste zoon van van de zes kinderen van Pieter Rienks en Baukje Uiltjes
Toen Hylke Pieters in 1809 trouwde met Antje Sjerps Twijnstra van Baard werd in Abbega de nieuwe kerk met toren gebouwd door Pieter Schuurman uit IJlst. De oude stompe toren bleef na de bouw van de nieuwe kerk nog geruime tijd staan. Er stonden in die tijd dus twee torens bij de kerk. Toen later de oude stompe toren werd gesloopt werd er tussen de Roomsen en de hervormden getwist over het gebruik van de klokken bij overlijden. Uiteindelijk is dit in de minne geschikt en luidden de Roomsen ook de klok van de kerk die eigendom was van de Hervormden. Vijftig jaar laterwerd de kerk verlengd tot de huidige grootte.
Uiltje Foppes Wiersma schreef over Hylke en Antje:
Hylke was gehuwd met Antje Sjerps Twijnstra van Baard en woonde te Abbega en is aldaar gestorven en ook begraven alsook daarna zijne vrouw, die eerst in een 2e huwelijk trad met Wiebe Aukes Zijlstra waarvan Rienk Wiebes Zijlstra een zoon was.
Deze echtlieden, Hielke en Antje, is mij van bevoegde mensen verteld, dat zij beide de Heere vreesden en liefhadden, voor zover men kon vernemen. Hij was een man met een stil karakter, zij was hebzuchtig en opvliegend van karakter in haar onbeheerste toestand. Het gebeurde eens in het eerst dat zij met Hielke gehuwd was, Hielke woonde nog met zijn broeder Rienk in hun ouderlijk huis zamen, en Antje was bij hun beiden ingetrouwd dat Antje, de nieuwe huisvrouw, gebood dat een ieder in het gezin voor zich de aardappelen moest schillen. Hielke gehoorzaamde, en de dienstmaagd Minke Sietses Wiersma gehoorzaamde natuurlijk, maar Rienk, de broeder van Hielke, gehoorzaamde niet. En zoo kwam diens deel aardappelen de volgende middag ongeschild op tafel en Rienk liet die in de schotel liggen en nam van de geschilde alleen. Toen nam Antje de schotel met aardappelen en wierp die in toorn over de vloer. Rienk wierp er vastberadem de pan met vleesch bovenop en zeide toen tot het schreiende dienstmeisje die een nicht was "Raap u wat op en eet. het zal wel met éénmaal uit zijn".
Later zal Antje zich wel over haar heerszucht en opvliegendheid geschaamd hebben en ook die zonde bestreden hebben in de kracht des Heren. Hijlke en Antje hebben later gewoond een paar minuten van de kerk en toren aan de noordzijde daarvan, aan het voetpad van de Ketting in de hoek van de opvaart.
(de dienstmaagd Minke was de dochter van broer Sietse van Rienk en Hielke) (Hylke werd door Uiltje Foppes Wiersma als Hielke geschreven)
Hylke Pieters Wiersma overleed in december 1827, hij liet zijn vrouw en 7 kinderen na (1810 Sjoukje, 1812 Pieter, 1814, Sjerp, 1816 Boukje, 1820 Rienk, 1823 Sietse, en 1825 Trijntje. Weduwe Antje Sjerps Twijnstra hertrouwde in 1830 met Wiebe Aukes Zijlstra, Zij kregen in 1831 een zoon Rienk Wiebes Zijlstra.
Rienk, de ongehuwde broer van Hylke Pieters Wiersma, had in 1834 bij testament bepaald dat de hofstede en de landerijen naar neef Pieter Sytses Wiersma zouden gaan onder de verplichting om aan de zes kinderen van broer Uiltje elk duizend gulden uit te keren en ook waren er uitkeringen aan zijn zusters. In overleg met zijn zuster Anna ging er ook een deel van de nalatenschap naar de kinderen van broer Hylke Pieters Wiersma.
Pieter Sytses Wiersma verkocht enkele delen grond en bouwde een nieuwe boerderij naast de bestaande hofstede, hierna werd de oude boerderij gesloopt. Zijn zoon Rienk Pieters heeft op zes jarige leeftijd in 1852 de eerste steen gelegd. Deze nieuwe boerderij is tot ongeveer 1990 in handen en gebruik geweest door nazaten van Rienk Pieters Wiersma.
Het jaar 1818 was voor de Friese boeren een zéér nat jaat. Van de hooioogst kwam niets terecht, het gemaaide hooi dreef op het water op het land. Dit werd opgevist en op hoge delen aan land gebracht en daar was het ook niet droog te krijgen. Het regende vanaf het najaar 1817 tot in de eerste helft van 1819. De schade voor de Friese boeren was groot, zowel aan het land als aan de veestapel. Lang nadien werd 1818 "het natte jaar" genoemd.
Een paar jaar later, in 1825, werd Friesland geteisterd door overstromingen door zeewater en een jaar later door grote ziektes en velen werden ten grave gebracht. Dit jaar ging de geschiedenis in als "het zieke jaar" (Uiltje Foppes Wiersma).
Maak jouw eigen website met JouwWeb