Wouter Bos was de zoon van Klaas Bos, een kapper uit Medemblik, en Dieuwertje Zwier uit Enkhuizen. Hij werd op 17 februari 1842 aan de Oosterhaven in Medemblik geboren.
Wouter was leerling aan de avondschool waar twee maal in de week van 6 tot 8 (technische) lessen werden gegeven, de z.g. Teekenschool van Medemblik.

In de schoolbepalingen van 12 januari 1823 staat o.a. vermeld dat éénmaal jaars er aan de meest gevorderde eene prijs zal worden uitgedeeld bestaande in eene Zilvere Medaille, welke tijd der Uitdeling door Heeren Burgemeesteren nader zal bepaald en vastgesteld worden.

Toen Wouter 15 jaar oud was werd hem deze zilveren penning in 1857 uitgereikt. Hij was er zo trots op dat hij er een gat in boorde om hem aan een spijker op te kunnen hangen. Later is dit gat weer dichtgemaakt. Op de voorkant van deze penning staat Minerva, de godin van de wijsheid. Zij heeft in haar linkerhand de hoorn des overvloeds en in haar uitgestrekte rechterhand een lauwerkrans. Zij zit voor een altaar en aan haar voeten liggen ondermeer een passer, winkelhaak, schilderspallet met penselen, een rol papier en een hamer. De penning is aan de voorkant voorzien van de letters VDK (Van Der Kellen). Johan Philip van der Kellen was de vormgever van de penning. Op de achterkant is gegraveerd: Vanwege de Koning aan Wouter Bos, Kweekeling van de Teekenschool in Medemblik.

Wouter Bos trouwde later met Aafje Basjes uit Zwaag, de dochter van Jan Basjes en Engeltje Blokdijk. Hun huwelijk vond plaats in Oostwoud waar Wouter aan het Oosteinde al zijn scheepshelling had. Wouter was zelfstandig Schuitenmaker, hij maakte bootjes met weinig diepgang die door de kanalen in de omgeving konden varen. Wouter Bos en Aafje Basjes waren ook twee van onze voorouders.

Francisca heeft de penning van haar neef Thijs Bos gekregen en vervolgens deze geschonken aan de Historische Vereniging Medemblick.