Feikjen Hendricks (1663), de vrouw van Wybren (Wybrand) Saackes

rottevalle

De kerk in Oudega

Wybrand Saackes  ( Feikjen's echtgenoot )

Wybrand of Wybren Saackes werd omstreeks 1660 in Oudega (Smallingerkand) geboren. Hij was de zoon van Saacke Wybrands en Aaltje Hendriks, winkeliers in "De Buren" van Oudega.

Wybren deed op 25 februari 1683 belijdenis in Nijega, hij woonde toen in Rottevalle. Een jaar later trouwde hij in de Plein met Feikjen Hendricks. In 1694 woonden ze in Opeinde en in 1711 in Oostmeer.  Wybren was kuiper van beroep, hij maakte onder andere doodvaten, zijn handelsmerk was W.S.

Wybren en Feikjen kregen vier kinderen: 1684 Saacke in Nijega, 1690 Rinse in Rottevalle (de oudvader van Bauke Veenstra 1846), 1694 Ate in De Plein en in 1698 Aaltje in Aldega (Oudega).

In 1736 verkocht Wybren zijn gereedschap, hij rentenierde tot aan zijn dood in 1742. Zijn huwelijk met Feikjen zal zeker hebben bijgedragen aan zijn vermogende positie.

Feikjen Hendricks

Rinthie Sipckens, Feikjen's grootvader, werd omstreeks 1572 in Oostermeer geboren. Naast het boeren heeft hij zich ook bezig gehouden  met de vervening rondom Rottevalle. Hij is overleden tussen 1644 en 1653, hij woonde toen nog steeds op het Oostermeerderwitveen. Zijn twee zonen Sipcke Rinties (ongeveer 1600) en Hendrick Rinthies van 1612 waren rijke veenbazen. In twintig jaar tijd hebben ze veel veengronden gekocht en verkocht. Deze twee broers hebben zich met een aantal anderen in 1635 verenigd in een compagnieschap der Rottevalse venen. Er werden met spoed vaarten en wijken gegraven en een verlaat gebouwd in de Houtigehaagsewijk. Alhoewel er al sprake was van een zeker compagnieschap richtten de twee broers op 6 december 1645, samen met zes anderen, een "Sociëteit ende Compagnie" op.

Hendrick Rinthies, geboren in 1612, trouwde met Trijntje Jelles, Zij waren de ouders van Feikjen Hendricks, de vrouw van Wybren Saackes

De namen Hendrik (Hendrick) en Rinze (Rinthie) bestaan nog steeds binnen de familie Veenstra.

Rondom Rottevalle (klik voor vergroting)

De compagnie had tot doel handel te bevorderen tussen Rottevalle, Oostermeer en Drachten, De heren compagnons verkochten geregeld veen aan veenbazen die dit voor eigen rekening exploiteerden. De compagnons bleven eigenaar van de gronden.
Eigenaren van de andere veengronden mochten ook door de vaarten, de compagnons maakten hiervoor contracten. De vaste contractanten betaalden voor de vaart 4 guldens per jaar, anderen betaalden per doorvaart twee stuivers. Schippers die zand, leem of aarde van de compagnie's grond haalden betaalden zes stuivers per vracht. Dit geld was voor de armen van Rottevalle. Hieruit blijkt duidelijk de sociale functie van de compagnons.
Willem Lammerts, de achterkleinzoon van Sipcke Rinthies (oom van Feikjen Hendricks), heeft het werk van zijn overgrootvader en diens broer voortgezet,