Rienk Uilkes, geboren in Abbega, trouwde in 1712 met Imkje Sijtses


kerk in abbega


De boerenhofstede,gebouwd in 1852. De eerste steen werd gelegd door Rienk Pieters (1845-1929).

Rienk uilkes zijn ouders en grootouders

Rienk Uilkes werd naar zijn grootvader Rienk (ook wel Rencke) genoemd die zo ongeveer in 1635 werd geboren, vermoedelijk was hij met Richt Uilkes getrouwd. Deze Rienk en Richt hadden in ieder geval twee zonen: Hylke Rienks en Uilke Rienks (1660-1730) die met Hiltje Pieters trouwde. Uilke en Hiltje waren de ouders van Rienk Uilkes waar deze pagina over gaat.

Hiltje was de dochter van Pieter Algers, de eerste eigenaar van de boerenhofstede in Abbega waar zo'n 300 jaar lang hun nazaten wonen. (In 1852 werd naast de boerderij en nieuwe gebouwd en daarna werd de oude boerderij afgebroken)

 


Rienk Uilkes

Rienk Uilkes werd in 1687 in Abbega geboren als zoon van Uilke Riens en Hiltje Pieters. Rienk trouwde in 1712 in Spannum met Imkje Sijtses, zij gingen in Abbega wonen . Rienk en Imkje kregen in ieder geval 7 kinderen: Uilke in 1714, Trijntje in 1715, Hiltje in 1717, Sytse in 1721, Rienck in 1723, Jetske in 1726 en Pieter in 1734.

Foto rechts: De kerk in Spannum

Abbega en de boerenhofstede van Wiersma (1830)

Volgens de kohieren van Abbega was Rienks broer Pyter Uilkes in 1728 gebruiker van zijn ouderlijk huis terwijl vader Uilke Rienks de eigenaar was. Voor zover bekend was de eerste registratie dat Rienk Uilkes de eigenaar en de gebruiker van de boerenhofstede was in het jaar 1738. De kinderen van Rienk en Imkje waren toen tussen de 4 en 24 jaar oud.

 

In 1748 brak in de republiek he pachtersoproer uit (rellen die waren gericht tegen de belastingpachters). De staten van Friesland besloten hierop de wijze van belastingheffing te veranderen. Alle indirecte belastingen zouden worden vervangen door een heffing die min of meer evenredig zou zijn met de gezingsgrootte en welstand. De invoering hiervan vond plaats in 1749 maar het volk was daarover al gauw nog ontevredener dan over de vroegere belasting. Deze belasting (Quotatie genoemd) werd daarom in 1750 weer afgeschaft

Rienk Uilkes werd in 1749 aangeslagen voor deze belasting als een "welgestelde boer". Hij betaalde 77 caroliguldens voor 5 volwassenen en niet voor de kinderen.

Dit betekent dat in 1748 buiten Rienk en Imkje nog drie personen van 12 jaar of ouder in huis woonden en geen jongere kinderen. De jongste zoon Pieter was 14 jaar oud, dus er waren buiten Pieter nog 2 kinderen van Rienk en Imkje in huis.

Pachtersoproer